e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ell

Overzicht

Gevonden: 5012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bikbijltje bijltje: bilkǝ (Ell) Tweesnijdend bijltje met kort handvat om oude stenen schoon te kappen. Zie ook afb. 9. Het verwijderen van oude specieresten van metselstenen werd in Q 116 'afbikken' ('āf˱bekǝ') genoemd. [N 30, 15c] II-9
bikkel(s) kootje: ky(3)̄ətjəs (Ell) De beentjes. [N R (1968)] III-3-2
bikkelen kootje spelen: ky(3)̄ətjəsp"lə (Ell), kootjesen: ky(3)̄ətjəsə (Ell) Het betreft een spel, dat vroeger vaak en met zeer veel plezier door de meisjes werd gespeeld. Het is een behendigheidsspel dat gespeeld wordt met vier beentjes uit de hiel van een schaap, geit of rund - of daarop gelijkende voorwerpen van koper, lood of [N R (1968)] III-3-2
bikkelterm af: wanneer men een fout maakt in het spel en opnieuw moet beginnen  aaf (Ell) Kent u nog andere termen uit het spel? Wat betekenen ze? [N R (1968)] III-3-2
biljet van honderd gulden bankje: bankje (Ell) 100 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van tien gulden tientje: tientje (Ell) 10 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
billen batsen: batsǝ (Ell) Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112] I-11
billijk billijk: billek (Ell) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binddraad dekdraad: dęk˱drǭt (Ell) De ijzerdraad die men tegenwoordig gebruikt om de garde te bevestigen. Volgens de invuller uit L 320a moet de 'dekdraad' uit gegalvaniseerd ijzer of koperdraad vervaardigd zijn. In Q 98 gebruikte men panhaken om de garden vast te zetten. [N F, 7] II-9
binder binder: benjǝr/benjǝrsǝ (Ell) Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.] I-4