e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ell

Overzicht

Gevonden: 5012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopbewijs doopbriefje: duipbreefke (Ell) Het doopbriefje, het bewijs dat men gedoopt is [doofsjien]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopdekentje doopdekje: duipdeekske (Ell) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopgetuige getuige zijn: getuuge zeen (Ell) Als doopgetuige aanwezig zijn [an doof joaë]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doopkleed: duipkleid (Ell, ... ) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] III-2-2
doopkaars doopkaars: duipkaes (Ell) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: doupkepel (Ell) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopmutsje doopmutsje: duipmötske (Ell) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopsel doopsel: duipsel (Ell) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopsprei doopdoek: duipdook (Ell), doopsluier: duipsluier (Ell) de doopsprei [N 96D (1989)] III-2-2
doopvont doopvont: doupvontj (Ell) Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3