e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L363p plaats=Ellikom

Overzicht

Gevonden: 1613
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
miauwen miauwen: miáu.ə (Ellikom) miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
middagmaal middag, de -: De middig waas nog neet vèrig  middig (Ellikom) het middagmaal III-2-3
middelste kegel zot: de zot (Ellikom) Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)] III-3-2
middelste rongblok pulm: pę.lǝm (Ellikom) Middelste van de drie rongblokken van een hoogkar of een wagen. De woordtypen pulm, pulf, pulver, pulp en pul staan voor een specifiek rongblok, dat ter versteviging diende en geen rongen had. In het materiaal kwamen vaak benamingen voor die ook bij het meer algemene "rongblok" gegeven waren. Vanwege hun algemene karakter zijn die hier niet meer opgenomen. [N 17, 13b + 44h; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2b] I-13
middendeel van het paard pens: pɛ.ns (Ellikom) De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
middennaafbanden dombanden: dombɛ̄n (Ellikom) De ijzeren banden om het brede gedeelte van de naaf, aan weerszijden van de spaken. Zie ook afb. 214 en de lemmata ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ.' [N G, 43e; N 17, 60; JG 1a; JG 1b; L 39, 22 add.; monogr.; div.] II-11
mier zeikworm: zeîkwörm (Ellikom) mier III-4-2
mijt mijt: mi-jt (Ellikom) mijt (insect) III-4-2
mijt afdekken dekken: dękǝ (Ellikom) De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
misdienaar misdienaar: mesdeener (Ellikom) Hoe heet de jongen die de mis dient? [ZND 36 (1941)] III-3-3