20639 |
snuiftabak |
snuif:
snûf (L363p Ellikom, ...
L363p Ellikom)
|
fijngemalen tabak || snuif
III-2-3
|
17590 |
snuit |
snuit:
snű̄.t (L363p Ellikom)
|
Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b]
I-9
|
20664 |
soep |
sop:
In het kuukbook stònge de resepte van versjillige soppe
sop (L363p Ellikom)
|
soep
III-2-3
|
19521 |
soepterrine |
soepterrine:
een diepe schaal waarin men de soep opdient
soptri-jn (L363p Ellikom)
|
soepterrine
III-2-1
|
18196 |
sok |
sok:
zok (L363p Ellikom)
|
Sok, een paar sokken. Bedoeld wordt de korte kous, tot halverwege het been door mannen en door kinderen gedragen (fr. chausette) [ZND 48 (1954)]
III-1-3
|
33222 |
sorteren met de hand |
uitrapen:
uitrapen (L363p Ellikom)
|
Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
34576 |
spaak |
speken:
spęi̯.kǝ (L363p Ellikom)
|
Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.]
I-13
|
32750 |
spade, spitschop |
schup:
šep (L363p Ellikom)
|
Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.]
I-1
|
20770 |
speculaas |
speculatie:
Zowel als soortnaam als één exemplaar
spikkelasie (L363p Ellikom),
speculatiekoek:
spikkelasiekook (L363p Ellikom),
speculatiemannetje:
spikkelasiemenneke (L363p Ellikom)
|
speculaas || speculaaskoek || speculaasmannetje
III-2-3
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dīǝm (L363p Ellikom)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|