22750 |
lied, liedje |
liedje:
dim.
lētə (L363p Ellikom)
|
Liedje. [ZND m]
III-3-2
|
18881 |
liefkozen |
karnoffelen:
zie ook knûffele
kernòffele (L363p Ellikom),
moederen:
Ich goan heivers, zag ¯r Ich goan nog èè bitsje mojere
mojere (L363p Ellikom)
|
knuffelen, vrijen || lekker knuffelen
III-1-4
|
17647 |
lies |
liezen:
lēzǝ (L363p Ellikom)
|
De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10]
I-9
|
24343 |
lieveheersbeestje |
lieveheersbeestje:
livvenhiêrsbiêsje (L363p Ellikom)
|
lieveheersbeestje
III-4-2
|
18831 |
lijden |
lijden:
lett. en fig.
li-je (L363p Ellikom)
|
pijn hebben
III-1-4
|
24486 |
linde |
lindeboom:
li-jnebuîm (L363p Ellikom)
|
lindeboom
III-4-3
|
17867 |
links, linkshandig |
links:
links (L363p Ellikom)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
17869 |
linkshandig persoon |
linkse, een -:
eene linkse (L363p Ellikom)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
17617 |
lip |
lip:
lep (L363p Ellikom),
lip (L363p Ellikom)
|
lip [ZND m] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b]
I-9, III-1-1
|
31599 |
lip van een hoefijzer |
lip:
lep (L363p Ellikom)
|
Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.]
II-11
|