e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ellikom

Overzicht

Gevonden: 1613
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lied, liedje liedje: dim.  lētə (Ellikom) Liedje. [ZND m] III-3-2
liefkozen karnoffelen: zie ook knûffele  kernòffele (Ellikom), moederen: Ich goan heivers, zag ¯r Ich goan nog èè bitsje mojere  mojere (Ellikom) knuffelen, vrijen || lekker knuffelen III-1-4
lies liezen: lēzǝ (Ellikom) De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] I-9
lieveheersbeestje lieveheersbeestje: livvenhiêrsbiêsje (Ellikom) lieveheersbeestje III-4-2
lijden lijden: lett. en fig.  li-je (Ellikom) pijn hebben III-1-4
linde lindeboom: li-jnebuîm (Ellikom) lindeboom III-4-3
links, linkshandig links: links (Ellikom) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linkshandig persoon linkse, een -: eene linkse (Ellikom) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] III-1-2
lip lip: lep (Ellikom), lip (Ellikom) lip [ZND m] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
lip van een hoefijzer lip: lep (Ellikom) Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.] II-11