e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elsloo

Overzicht

Gevonden: 697
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neusgaten neuslokken: naaslóóker (Elsloo) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusvleugel neusvleugel: naasvleugel (Elsloo) neusvleugel [DC 01 (1931)] III-1-1
nicht nicht: next (Elsloo) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nier nier: neer (Elsloo) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niezen niesten: neeste (Elsloo) niezen [niese, nieste] [N 10a (1961)] III-1-2
noemen noemen: neumən (Elsloo) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
oever kant: kentj (Elsloo) oever [DC 02 (1932)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes ogenblikje: augənblikskə (Elsloo) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
oksel onder de arm: onder de èrm (Elsloo) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
omzetten omzetten: omzę ̞tǝ (Elsloo) De vormtafel verplaatsen, als een satz, een strook van de baan met een breedte van drie meter, was volgelegd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛdroogplaatsɛ.' [monogr.] II-8