e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halsketting kette (du.): Opm. e netals Fr. woord eette.  en gulde kette (Epen) gouden [een - ketting] [SGV (1914)] III-1-3
halssnoer kraal: kràl (Epen) aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)] III-1-3
halster halter: haltǝr (Epen) Tuig aan de kop van een os of een stier. [N 3A, 14b; monogr.] I-11
halve maan, eerste kwartier jong licht: joonk liejət (Epen) schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)] III-4-4
halve maan, laatste kwartier laatste vierdel: litstə viejədəl (Epen) schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
halve pint, kwart liter, maat kwart liter: kwárt lĭĕtər (Epen) de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 (=kwart) liter [kapper, halfje, schopje, dzozie, hoorn, neuker, neutel, bok, uppie, bak] [N 91 (1982)] III-4-4
halve steen halve steen: hǭvǝ štēn (Epen) Een in de breedterichting doormidden geslagen metselsteen of een baksteen van dit formaat die machinaal is vervaardigd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛdrieklezoorɛ.' [N 31, 19a; monogr.] II-8
halve zondag halve zondag: haove zoondeg (Epen) Een "halve zondag", een feestdag zonder mis, bijvoorbeeld Koninginnedag (planken zondag). [N 96C (1989)] III-3-3
halvezool halflap: hoaflap (Epen) Nieuwe of extra zool onder de voorste helft van een schoen. [N 60, 233b; N 60, 232a] II-10
halvezool [wld ii.10, p. 60] halflap: hoaflap (Epen) Een halve zool (halfzool, halflap?) [N 60 (1973)] III-1-3