e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwer kleine eter: klingə eejətər (Epen) lastig met eten; Hoe noemt U: Lastig met eten, gezegd van iemand die altijd weinig eet [N 80 (1980)] III-2-3
kieskauwerig met lange tanden: mit lang tèng (Epen) zonder eetlust eten; Hoe noemt U: Traag en zonder eetlust eten (pieliën) [N 80 (1980)] III-2-3
kieskeurig kieskeurig: kĭĕskeurəch (Epen) niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)] III-1-4
kietelen kietelen: kiĕtələ (Epen) Kietelen, kriebelen: de huid op gevoelige plaatsen licht aanraken, bijv. uit plagerij; kriebelen (kietelen, kriebelen, kielen, kriekelen,krevelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kieuwen kieuwen: kĭĕwə (Epen) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] III-4-2
kieuwen (wbd) van wijd roepen: və wīēt roopə (Epen) uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)] III-3-1
kiezel, kiezelsteen kiezel: kizzel (Epen) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kiezen uitzoeken: ōētzeukə (Epen) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] III-1-4
kikker kwakvros: kwakvrösch (Epen) kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2
kind (troetelnaam) liefje: leevəkə (Epen), lieve: leevə (Epen) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] III-2-2