24011 |
kindercommunie |
kindercommunie (<lat.):
kingerkómmuunie (Q207p Epen)
|
Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23999 |
kinderdoop |
kinderdoop:
kingerdoop (Q207p Epen)
|
Een kinderdoop. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21701 |
kinderfiets |
kinderfiets:
kingerfiets (Q207p Epen)
|
Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar kleine kinderen op rijden [N 99 (1991)]
III-3-1
|
22691 |
kinderfluitje |
fluitje:
fløtjə (Q207p Epen),
[Ev. fluitje, mv. fluitjere, RK]
fløtjərə (Q207p Epen)
|
Allerlei namen voor kinderfluitjes; geef ook aan waarvan ze gemaakt zijn en hoe ze heten [nachtegaal, blaasje, feep, moemel, noen]. [N 90 (1982)] || Een fluitje gemaakt uit de holle stengel van een paardebloem [fiepertje]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18738 |
kinderhemd? |
hemdje:
hempke (Q207p Epen)
|
Onderhemd voor kinderen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van kinderen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18674 |
kinderkleren |
kinderkleren:
kingerklijjer (Q207p Epen)
|
Kinderkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
23472 |
kinderklokje |
schel:
sjèl (Q207p Epen)
|
De kleine klok die geluid werd voor een gestorven kind, dat de eerste H.Communie nog niet gedaan had. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23567 |
kinderkoor |
kinderkoor:
kingerkoeër (Q207p Epen)
|
Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23505 |
kindermis |
gezinsmis:
gezinsmees (Q207p Epen),
kindermis:
kingermees (Q207p Epen)
|
Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18590 |
kinderondergoed |
ondergoed:
ondergood (Q207p Epen)
|
Ondergoed voor kinderen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|