e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkdistel zuurmelk: zoermilk (Epen), WLD  zōērmilk (Epen) Melkdistel (sochus oleraceus 20 tot 100 cm groot. De bladeren zijn meestal ingesneden en de stengel omvattend, zacht stekelig getand, dofgroen van kleur. De bloemhoofdjes zijn klein, de bloemen zijn lichtgeel. Bloeitijd van juni tot oktober (zijdistel, [N 92 (1982)] || Melkdistel (Sochus oleraceus) [N 92 (1982)] I-7, III-4-3
melken melken: mɛlǝkǝ (Epen) Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.] I-11
melkgebit van kalveren kalvertanden: kǭvǝrtɛŋ (Epen) [N 3A, 108a] I-11
melkgift van de zeug zog: zox (Epen) [N 19, 20] I-12
melkkoe melkskoe: melkskō (Epen) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkkuil melkskuiltje: mɛlkskyltjǝ (Epen) Opening waardoor melkaders uit het lichaam van de koe komen. [N 3A, 118b] I-11
melkschaap melkschaap: melkšǭp (Epen) Schaap van een ras dat vooral goed is voor de melk. [N 77, 1f; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
melkspiegel melkspiegel: melkšpigǝl (Epen) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
meloen meloen: meeloen (Epen) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] I-7
menen menen: mĭĕngə (Epen) van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-3-1