18932 |
beredderen |
verzorgen:
vərzurrəgə (Q207p Epen)
|
zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24918 |
bergtop |
top:
tóp (Q207p Epen)
|
top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21527 |
bericht |
bericht:
bərich (Q207p Epen)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18060 |
beroerte |
beslag:
bəsjláách (Q207p Epen)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
bəsjumməld (Q207p Epen)
|
beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21730 |
beslag |
beslag:
bəsjláách (Q207p Epen)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19285 |
beslissen |
beslieten:
bəsjlîêtə (Q207p Epen)
|
iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21673 |
besteden |
uitgeven:
ōētgéévə (Q207p Epen)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
schenken:
sjingkə (Q207p Epen)
|
kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22700 |
besteken: gelukwensen |
gelukwensen:
geluk wunsje (Q207p Epen)
|
Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|