e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betrouwbaar persoon een ganse?: ənəgáánsə (Epen) een persoon waar je op aan kunt, die altijd juist handelt [ervezand] [N 85 (1981)] III-1-4
betten van een wonde baden: bîênə (Epen) lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)] III-1-2
beuk beuk: beuk (Epen) beuk [SGV (1914)] III-4-3
bevallen bevallen: bəvallə (Epen) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2
bevel bevel: bəvèl (Epen, ... ) een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevelen bevelen: bəvéélə (Epen, ... ) iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevruchte ooi drachtig schaap: draxtex šǭp (Epen) [N 77, 35] I-12
bewerkelijk (zijn) tijdrovend: tīēdroovənt (Epen) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewieroken bewieroken: be-wierooke (Epen) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bezadigd heel kalm: hil kalm (Epen) zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4