e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rotten rotten: róttə (Epen) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit rotten: róttə (Epen) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rouw dragen treur dragen: troer draage (Epen) Rouw dragen. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwbrief dodenbrief: doeëdebreef (Epen) De rouwbrief. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwkrans krans: kraans (Epen) De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwsluier hul: hul (Epen) een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)] III-2-2
rozenbottel hanenpikkel: WLD  háánəpikkəl (Epen) rozenbottel (vrucht van de hondsroos: papetuutje, papetoet, hanekul, wepen, klokke, rozenbottel). [N 92 (1982)] III-4-3
rozenhoedje rozenkrans: roeëzekraans (Epen) Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkrans rozenkrans: roeëze-kraans (Epen) De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransgebed rozenkrans: roeëzekraans (Epen) Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)] III-3-3