30098 |
spouw |
spouw:
špǫw (Q207p Epen)
|
De luchtruimte tussen de beide delen van een spouwmuur. [N 31, 35d; monogr.]
II-9
|
30099 |
spouwanker |
spouwhaak:
[spouw]hǭk (Q207p Epen
[(id)]
)
|
Haak van messing of gegalvaniseerd ijzer die de binnen- en de buitenspouwmuur met elkaar verbindt. In L 210 werd om de zeven steenlagen een spouwanker bevestigd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(spouw)-' het lemma 'Spouw'. [N 31, 35e; monogr.]
II-9
|
30257 |
spouwlat |
spouwlat:
[spouw]lat (Q207p Epen)
|
Lat die tegen de muurzijde van de stijl wordt geslagen en in de spouw past. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(spouw)-' het lemma 'Spouw'. [N 55, 15; N 32, 11b; monogr.]
II-9
|
30097 |
spouwmuur |
spouwmuur:
špǫw[muur] (Q207p Epen)
|
Muur die bestaat uit twee evenwijdige, door een smalle luchtruimte van elkaar gescheiden muurdelen. De spouw dient om het inwendige van een huis tegen temperatuursveranderingen en tegen vocht te beschermen. Ter ventilering van de spouw brengt men in de muur op regelmatige afstanden roosters aan. Een spouwmuur kan bestaan uit twee halfsteensmuren of een steensmuur en een halfsteensmuur. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 35a; monogr.]
II-9
|
24249 |
spreeuw |
spraan:
o klank uit t Fr mon
schpro. (Q207p Epen)
|
spreeuw [SGV (1914)]
III-4-1
|
21352 |
spreken, praten |
kallen:
kalle (Q207p Epen, ...
Q207p Epen),
spreken:
schpree-eke (Q207p Epen)
|
praten [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)]
III-3-1
|
24994 |
sprenkelen |
sprinkelen:
sjpringkələ (Q207p Epen)
|
druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23602 |
sprenkelen met de wijwaterkwast |
asperges:
aspergus (Q207p Epen)
|
Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24382 |
sprinkhaan |
sprinkhaan:
schprinkhaan (Q207p Epen)
|
sprinkhaan [SGV (1914)]
III-4-2
|
17591 |
sproeten |
sproetelen:
schprootele (Q207p Epen)
|
sproet(en) [SGV (1914)]
III-1-1
|