e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zolder zolder: zøͅldər (Epen) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zomen zomen: zø̄mǝ (Epen) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkleren zomerkleren: zaomerklijjer (Epen) Zomerkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
zon- en feestdagen zon- en feestdagen: zón en fèsdaag (Epen) Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3
zondag zondag: zoondeg (Epen) De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)] III-3-3
zondag houden zondag vieren: zoondeg vieëre (Epen) De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)] III-3-3
zondagmissaal missaal: missaal (Epen) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zondagse kleren zondagskleren: zondesklijjer (Epen) De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] III-1-3
zonde zonde: ing zung (Epen), zung (Epen) Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)] || zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zung (Epen) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3