e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dauw op vruchten dauw: doow (Epen) Het tijdens de rijping op druiven, pruimen, appelen, etc. ontstane laagje dat de glans verdoft en aan de vruchten een frisse aanblik geeft (dauw, loom, dons, was). [N 82 (1981)] I-7
de absolutie geven absolutie (<fr.) geven: absolusie gèève (Epen) De absolutie geven [absolvere]. [N 96D (1989)] III-3-3
de avond luiden nacht luiden: ut loewt naat (Epen) Het angelus luiden aan het begin van de avond [het luidt......?] [de koster luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
de baas spelen baas spelen: baas sjpéélə (Epen), beheren: bəhîêrə (Epen) de baas spelen, het voor het zeggen willen hebben [oversukkelen] [N 85 (1981)] || de verantwoording hebben over een zaak of instelling [beheren, regeren] [N 85 (1981)] III-1-4
de catechismusles bijwonen christenleer gaan: kristelieër goeë (Epen) De katechismusles bijwonen. [N 96D (1989)] III-3-3
de catechismusles verzuimen de christenleer verzuimen: kristelieër verzoeme (Epen) De katechismusles verzuimen. [N 96D (1989)] III-3-3
de communie brengen aan een zieke onze heer god brengen: ózzen herregòt bringe (Epen) De communie brengen aan een zieke thuis, bijv. op de eerste vrijdag van de maand [inne ózzen Herrejot bringe, inne verzieë]. [N 96D (1989)] III-3-3
de dode naar de kerk brengen het lijk dragen: et liek draage (Epen) het lijk naar de kerk brengen [bijv. door buurtbewoners] [N 96D (1989)] III-2-2
de doodsklok luiden doodluiden: doeëd loewe (Epen) Het luiden voor iemand die pas gestorven is, een overledene overluiden [t loet tsóm doeëd, de doodsklok luiden, iemand ovverluuje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
de echtelijke staat trouw, de -: de trów (Epen) de echtelijke staat, het gehuwde leven [ieësjtand] [N 96D (1989)] III-2-2