e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de was blauwen (de) was blauwen: de wë-esch bleu-e (Epen) blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
de was spoelen spoelen: schpeule (Epen) spoelen [SGV (1914)] III-2-1
decimeter, maat van 10 cm decimeter: deesĭĕmeetər (Epen) de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)] III-4-4
deeg deeg: deeg (Epen), deeëg (Epen) deeg [SGV (1914)] III-2-3
deeg kneden kneden: knē̜ (Epen), knē̜hǝ (Epen), knē̜jǝ (Epen) Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41] II-1
deerniswekkend meeleven: mitléévə (Epen) een sterk gevoel van medelijden over het leed van anderen opwekkend [onnozel] [N 85 (1981)] III-1-4
degelijk degelijk: deegələk (Epen), grondig: grundig (Epen) degelijk te werk gaand zodat men erop kan vertrouwen [tedeeg, grondig] [N 85 (1981)] || grondig [SGV (1914)] III-1-4
deken deken: deeëker (Epen) Een deken, een geestelijke die belast is met het toezicht over enige parochies [däken]. [N 96D (1989)] III-3-3
dekenaat dekenaat (<fr.): dikkenaat (Epen) Een dekenaat. [N 96D (1989)] III-3-3
dekgeld voor de geit dekgeld: dekgɛlt (Epen) [N 77, 108] I-12