e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
alle kegels samen spel: sjpeel (Epen) Alle kegels bij elkaar [bos]. [N 88 (1982)] III-3-2
allerheiligen allerheiligen: Alder Hillige (Epen), alerhillege (Epen), allerhèjllige (Epen) 1 november Allerheiligen [allerhillieje]. [N 96C (1989)] || Allerheiligen. [N 06 (1960)] III-3-3
allerzielen allerzielen: Aller-zieële (Epen), allerziejele (Epen), (Bommerig).  allerzîêle (Epen), (Epen).  allerzīēj.le (Epen) 2 november, Allerzielen [allerzieële]. [N 96C (1989)] || Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
alles kwijt kwijt: kwīt (Epen), (alles kwiet bie t schtoeke).  kwiet (Epen), vangst: vaŋs (Epen) Alles bij het spel verloren hebben [keps, kaps, baard, dod, pret, bluts, rits, rutsel, rut, rus, molk, mol, mot]. [N 88 (1982)] || kwijt ["alles ~ "bij t knikkeren] [SGV (1914)] III-3-2
als getuige ten doop komen aan de doop komen: an de doop kaome (Epen) Als getuige ten doop komen [an doof kómme]. [N 96D (1989)] III-3-3
altaar altaar (<lat.): elter (Epen) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
altaarbel schel: sjèl (Epen) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
ampullen ampullen (<lat.): (am)pulle (Epen) Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)] III-3-3
angel van bij of wesp angel: angəl (Epen) Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)] III-4-2
angelusklok kleine klok: kling klok (Epen) De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)] III-3-3