e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
god de vader god de vader: god de vader (Epen) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: gods-lamp (Epen) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
godslasteren godslasteren: godslastere (Epen) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3
godslastering godslastering: godslastering (Epen) Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)] III-3-3
goed liggen goed liggen: goed liggen (Epen) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goed opschieten met zijn werk opschieten: ópsjîêtə (Epen) goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)] III-1-4
goede vrijdag goede vrijdag: Goo vriedeg (Epen) De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)] III-3-3
goede week goede week: goo weeëk (Epen) De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)] III-3-3
goedkoop billig (du.): billig (Epen), goedkoop: gookoop (Epen) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedzak goede kerel: goo kêêl (Epen) een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] III-1-4