e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: gru̯ū.m (Eupen), nagras: nōgrās (Eupen) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
natuurlijke waterloop baak/bach: bak (Eupen) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
nauwgezet; nauwgezet persoon genau (du.): gənaow (Eupen) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] III-1-4
navel navel: nā:vəl (Eupen) navel [ZND m] III-1-1
neef neef: nêêf (Eupen) neef [ZND 11 (1925)] III-2-2
nemen, pakken nemen: nöme (Eupen) nemen [ZND 25 (1937)] III-1-2
nest nest: ness(t) (Eupen) nest [Willems (1885)] III-4-1
nestverlater vlug: kunnende vliegen  flöck (Eupen) vluk, op t punt staan uit te vliegen III-4-1
nicht nicht: nēt (Eupen), nīēt (Eupen), nichtje: nīētjə (Eupen) nicht [ZND 11 (1925)] III-2-2
nietsnut hondsjong: hontsjoŋ (Eupen) nietsnut III-1-4