e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
po kamerpot: kāmərpoͅt (Eupen) kamerpot III-2-1
po, nachtspiegel onderhoud: au̯ndərhau̯t (Eupen) Nachtgeschirr III-2-1
poel poel: puu̯.l (Eupen) Klein ondiep, stilstaand water, veelal als troebel of smerig gedacht. Een poel heeft dan ook meestal een meer ongunstige betekenis dan een vijver. [N 27, 24; S 28; A 20, 1; A 2, 48; monogr.] I-8
poel, plas poede: py̞‧d.ə (Eupen, ... ), poet: py̞t (Eupen, ... ) plas [ZND m] III-4-4
poffertje poffeltje: pyfəlšə (Eupen) kleine ronde pannenkoek III-2-3
poken stokelen: štøəkələ (Eupen), štø͂ͅkələ (Eupen, ... ), vonkelen: pokelen? Verwandschaft mit ndl. poken  føͅkələ (Eupen) poken || stochern || stochern, poken - porren [ZND m] III-2-1
pokkel pokkel: pokǝl (Eupen) Weeffout, veroorzaakt door ongelijkmatige spanning van de kettingdraad. [monogr.] II-7
pollepel kooklepel: kau̯xlēəpəl (Eupen), potlepel: potlø͂ͅpəl (Eupen) pollepel [ZND 04 (1924)] III-2-1
pompzuiger zuiger: zygǝr (Eupen) De platte ronde schijf aan het uiteinde van de zuigerstang. Bij de pompzuiger van een zuigpomp is in de zuiger een klep aangebracht. Zuigers van perspompen zijn massief. Zie ook afb. 236a. In L 423 was de pompzuiger van de perspomp van hout vervaardigd. Een stukje leer dat met nageltjes rond de zuiger was vastgezet, vormde de afdichting tussen pompzuiger en pomphuis. In het midden van de zuiger was de zuigerklep aangebracht. Zie ook Limburgs Idioticon, pag. 296 s.v. zuiker: "deel der pomp dat opzuigt. Geh. Beverloo en rond. [N 64, 133i; N 66, 49i; monogr.] II-11
pook kachelijzer: kaxəlīzər (Eupen), stokelijzer: štø͂ͅkəlizər (Eupen), štø͂ͅkəlīzər (Eupen) pook III-2-1