e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkering hebben vrijen: freͅi̯ə (Eupen), vrîê (Eupen) vrijen || vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)] III-2-2
verkleumd stijf: stief (Eupen) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2
verkouden verkouden: vərkoͅu.ə (Eupen) erkälten, kou vatten [ZND m] III-1-2
verliezen verliezen: verleïse (Eupen, ... ), vərli.i.zə (Eupen), Ndl. verliezen, ebenso mhd. verliesen, engl. to lose. Wurzel los.  verlese (Eupen) Verlieren (verliezen). [ZND m] || Verlieren. || Verliezen. [Willems (1885)] III-3-1, III-3-2
versieren (met bloemen) versieren: verzeere (Eupen) Versieren. [Willems (1885)] III-3-2
versleten versleten: verschléte (Eupen), vəršleətə (Eupen) versleten [ZND m] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)] III-1-3
verstand vernunft (du.): vərnonft (Eupen) verstand III-1-4
verstandig verstandig: vərstɛi̯ndex (Eupen) verstandig III-1-4
vest vest: nu  weͅst (Eupen) vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] III-1-3
veulen veulen: vø̜lǝ (Eupen) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9