e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druppen, druppelen zijpen: zīpə (Eupen, ... ) druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4
duif duif: duvv (Eupen) Taube. III-3-2
duif (alg.) duif: douve hawë ... (Eupen), duf (Eupen, ... ), duuv (Eupen) Duif. [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] || Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] || Taube. [ZND m] III-3-2
duif, algemeen duif: duf (Eupen), duvv (Eupen), du‧f (Eupen) duif [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 18 (1935)] III-4-1
duif, overige soorten schck: schäck (Eupen), spijkerd: veldduif  spichert (Eupen) duif, ov. soorten || veldduif III-4-1
duiken duiken: donke (Eupen), duke (Eupen) Duikelen. [Willems (1885)] III-3-2
duits duits: dy.tš (Eupen) Duits [ZND m] III-3-1
duivenhok duifhuis: duvǝs (Eupen), duivenhuis: duvehues (Eupen), duivenkooi: duveko (Eupen), duives: duvves (Eupen), hapa (wa.): hapo (Eupen) Duivenkot. [Willems (1885)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] || Taubenhaus. I-6, III-3-2
duivenmelker duivengek: duvvegäck (Eupen) Taubenliebhaber. III-3-2
durven dorren: dösche (Eupen), dø͂ͅrə (Eupen), dø͂ͅšə (Eupen), Dürfen, durven.  dø̄:žə (Eupen), Dürfen, mogen.  døəžə (Eupen) durven [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-4