e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
long long: loͅŋ (Eupen) long [ZND m] III-1-1
looderts blij: blęj (Eupen) Loodhoudende delfstof. [monogr.] II-4
loof loof: loͅuv (Eupen) loof, lover III-4-3
looien gerven: gęrǝvǝ (Eupen) Het bereiden van leer. Dierehuiden die bepaalde voorbereidingen hebben ondergaan worden met bepaalde samentrekkende stoffen zo behandeld dat zij tot leer worden. [S; L 1a-m; monogr.] II-10
loopmand loopkorf: lǫwpkø̜rf (Eupen) Van boven smalle, en van onder breed uitlopende mand, waarin kinderen leren lopen. Zowel aan de boven- als onderkant is deze mand open. Zie ook afb. 292. [N 40, add.; monogr.] II-12
lopen lopen: loope (Eupen), loupə (Eupen) lopen [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
loper kripel: krīpəl (Eupen) Dietrich, nachtschluessel III-2-1
losse plek nijp: nīp (Eupen), tempelplaats: tɛmpǝlplātš (Eupen) Weeffout. Een vouw of losse plekken in het weefsel. [monogr.] II-7
lot(je) van de loterij lot: lott (Eupen), loterje: lötterke (Eupen) Lot. [Willems (1885)] III-3-2
loten loten: lotte (Eupen) Loten. [Willems (1885)] III-3-2