28212 |
petlamp |
koplamp:
kǫplamp (Q119p Eygelshoven
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Elektrische lamp die door de mijnwerker op de mijnpet of -helm wordt gedragen. De opgave "kophout" uit Q 15 was volgens de invuller op de mijn Maurits een denigrerende naam voor de petlamp. [N 95, 256; monogr.; Vwo 450]
II-5
|
19547 |
petroleumlamp |
pètroles-lamp:
petrolslamp (Q119p Eygelshoven)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24224 |
piepen |
piepen:
pīpǝ (Q119p Eygelshoven),
sjierpen:
šīrpǝ (Q119p Eygelshoven)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.]
I-12
|
27983 |
pijler |
streb:
štrēp (Q119p Eygelshoven
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Koolwinplaats van langgerekte vorm. De pijler wordt in de lengterichting enerzijds door de te delven koollaag, anderzijds door een ontkoolde ruimte begrensd en verschuift dwars op de lengterichting. De pijlerlengte wordt bepaald door de onderlinge afstand van de twee bij de pijler behorende galerijen. De hoogte van de pijler komt in het algemeen overeen met de dikte van de te delven koollaag. Het woordtype "boulevard" wordt gebruikt voor een grote pijler waarin men rechtopstaand de kolen kan losmaken. [N 95, 278; monogr.; Vwo 29; Vwo 171; Vwo 595; Vwo 765; Vwo 769; Vwo 779]
II-5
|
17991 |
pijn |
pijn:
piŋ (Q119p Eygelshoven)
|
pijn [RND]
III-1-2
|
17992 |
pijnscheut |
steek:
[-> lm. pijnscheut, rk]
inne sjtieëk in de ziej (Q119p Eygelshoven)
|
Een steek in de zij? ( is vaak het gevolg van hardlopen) [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
17670 |
pink |
pink:
peŋk (Q119p Eygelshoven)
|
Eénjarig kalf, onverschillig van welk geslacht, dat nog alle melktanden heeft. [N C, 9b en 8; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20]
I-11
|
24881 |
pinksterbloem |
pinksterbloem:
peŋstǝrblom (Q119p Eygelshoven),
-
pingsterblóm (Q119p Eygelshoven)
|
Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] || pinksterbloem [DC 17 (1949)]
I-5, III-4-3
|
33495 |
pit, kern van fruit |
kern:
keər (Q119p Eygelshoven)
|
[RND 08]
I-7
|
24531 |
plant (alg.) |
plant:
plā.nts mv (Q119p Eygelshoven)
|
plant
III-4-3
|