20682 |
boerenkoolstamppot |
kool dooreengekookt:
kuuël durcheegekokt (Q119p Eygelshoven)
|
Stamppot van aardappelen en boerenkool [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20728 |
boerenvlaai |
vladem:
vlaam (Q119p Eygelshoven)
|
Grote boerenvla (vlaam?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24123 |
boerenzwaluw, zwaluw |
zwalber:
šwoͅlbərə (Q119p Eygelshoven),
zwarbel:
sjworbel (Q119p Eygelshoven),
šw‧oͅrəbəl (Q119p Eygelshoven)
|
boerenzwaluw [DC 18 (1950)] || zwaluw || zwaluw (mv.) [RND]
III-4-1
|
27581 |
boete, straf |
geldstraf:
gɛltštrǭf (Q119p Eygelshoven
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Een overtreding kan door de opzichter bestraft worden met een geldboete, een schorsing of een andere dienst. Uit de woordtypen "een vijfde" en "cinquième" blijkt dat men een vijfde van het dagloon kan inhouden. Andere informanten spreken over een geldboete van één tot vijf gulden (Q 35), van een kwartje tot een gulden (Q 111), van 20, 50 of 100 Bfr. (K 361), van ƒ 2,50 (Q 33, Q 117 , Q 121, Q 121c) of van 50 ct., ƒ 1 of ƒ 2 (Q 121a). Volgens de informant van Q 3 is die boete vanaf de jaren ''60 maximaal 20 Bfr. De term "telegram" wordt vooral gebruikt door de vreemdelingen in Eisden (Vanwonterghem pag. 213/227). De opgave "pater" is waarschijnlijk een volksetymologische verbastering van het Wilhelminaalse patar(d), de benaming voor een oude Luikse munt. [N 95, 131; monogr.; Vwo 150; Vwo 242; Vwo 587; Vwo 771; Vwo 832]
II-5
|
18209 |
boezeroen |
bloes:
bloes (Q119p Eygelshoven)
|
Boezeroen. Hoe noemt men het kledingstuk, dat van ongeveer dezelfde stof is gemaakt en ongeveer hetzelfde model heeft, maar dat in de broek wordt gestoken? (Het zou in het Nederlands het beste aangeduid worden met boezeroen of overhemd). [DC 14A (1946)]
III-1-3
|
32204 |
bolle ring aan de buitenzijde van de naaf |
duivenjager:
dȳvǝjēǝgǝr (Q119p Eygelshoven)
|
De bolvormige ring aan de buitenzijde van de naaf. Zie voor het woordtype duivenjager, dat werd opgegeven door de respondent uit Eygelshoven (Q 119) ook het lemma ɛkwart-holvormig profielɛ in de paragraaf over de vaktaal van de meubelmaker.' [N G, 43a, 2]
II-12
|
17605 |
bolle wangen |
dikke bakken:
dikke bakke (Q119p Eygelshoven)
|
wang: bolle wangen [toetwange, zwabberkaken, volle maan] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17877 |
bont en blauw slaan |
bont en blauw slaan:
boŋg ɛn blāuw Xəsjlāgə (Q119p Eygelshoven)
|
bont en blauw geslagen [RND]
III-1-2
|
34031 |
bonte koe met rode kop |
schecke (d.):
šɛk (Q119p Eygelshoven)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123a]
I-11
|
22552 |
boog |
boog:
boͅ,əch (Q119p Eygelshoven)
|
boog [RND]
III-3-2
|