28506 |
zwerm |
bijenzwerm:
biǝžwɛrm (Q119p Eygelshoven)
|
Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.]
II-6
|
24292 |
zwerm vogels |
vogelzwerm:
voeëgelsjwerm (Q119p Eygelshoven, ...
Q119p Eygelshoven)
|
zwerm
III-4-1
|
18005 |
zweten |
zweten:
sjweete (Q119p Eygelshoven)
|
zweten [N 10a (1961)]
III-1-2
|
34613 |
zwik van de wagen |
zwik:
šwek (Q119p Eygelshoven)
|
De dwarsbalk die de vorkhouten onder de bak van de langwagen met elkaar verbindt. [N 17, 42 + 44d; N G, 70f; JG 1b; monogr]
I-13
|
21113 |
zwoord |
zwaard:
sjwaat (Q119p Eygelshoven)
|
De zwoord, van het spek (zwaart, zwaort?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|