21608 |
dubbeltje |
dubbeltje:
ee dubbeltje (Q119p Eygelshoven)
|
dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24139 |
duif, algemeen |
duif:
d‧ūf (Q119p Eygelshoven),
mv.
doeve (Q119p Eygelshoven)
|
duif
III-4-1
|
17666 |
duim |
duim:
dr doem (Q119p Eygelshoven)
|
duim [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21965 |
duivenhok |
duifhuis:
dufǝs (Q119p Eygelshoven),
duivenslag:
dūvǝšlāx (Q119p Eygelshoven)
|
Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker]
I-6
|
18006 |
duizelig |
duizelig:
doezelig (Q119p Eygelshoven),
duuzelig zieë (Q119p Eygelshoven),
schwindlig (du.):
sjwiendelig (Q119p Eygelshoven)
|
duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] || duizelig zijn [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
18008 |
duizeling, duizeligheid |
duizeligheid:
duuzeligheed (Q119p Eygelshoven)
|
duizeligheid [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
24312 |
duizendpoot |
duizendpoot:
doezendpoeët (Q119p Eygelshoven)
|
duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
20721 |
dun sneetje brood |
salonsneetje:
Zegsman weet niet of dit algemeen is.
salôngsjnitje (Q119p Eygelshoven)
|
Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
17895 |
duwen |
duwen:
dèùüjə (Q119p Eygelshoven)
|
duwen [RND]
III-1-2
|
32912 |
dwarsbalk van de hooihark |
dwarshout:
dwēǝšhōt (Q119p Eygelshoven)
|
De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b]
I-3
|