e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eygelshoven

Overzicht

Gevonden: 1595
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijk kuiken haantje: hēǝntjǝ (Eygelshoven) [N 19, 41b; L A2, 507] I-12
mannelijke geit bok: boq (Eygelshoven), geitenbok: gē̜tǝbok (Eygelshoven) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu rekel: r‧eͅəkəl (Eygelshoven) reu, mann. hond III-2-1
mannenkleren manskleren: manskleijer (Eygelshoven) Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed onderwas: ongerwesj (Eygelshoven) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd onderhemd: ongerhemme (Eygelshoven) Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] III-1-3
markt markt: māt (Eygelshoven) markt [RND] III-3-1
masker maske: maske (Eygelshoven), mombakkes: mómbakkes (Eygelshoven) Carnavalsmasker. || Masker. III-3-2
mathaak zichthaak: [zicht]hǭk (Eygelshoven) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
matrozenpakje matrozenanzug (<du.): matroeézeantsog (Eygelshoven) matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3