e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kalverhokje, kalverbak kalverbak: [kalver]bak (Eys), mestbak: męs˱bak (Eys) In de koe- of de kalverstal kunnen een of meer kalveren vetgemest of alleen maar gestald worden in een speciaal daarvoor bestemde kooi, kist, bak of box, of gewoon achter een plank in een hoek van de stal. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (kalver-) het lemma "kalverstal" (2.2.3). [N 5A, 45a; monogr.] I-6
kalverstal kalverstal: kǭ.vǝr[stal] (Eys), rinderstal: reŋǝr[stal] (Eys) De stal of de ruimte in de koestal waar de kalveren staan. Meestal is er geen afzonderlijke ruimte als kalverstal; de kalveren staan in een hoek van de koestal en deze hoek voor de kalveren wordt "kalverstal" genoemd. Vandaar dat n.a.v. de vraag "kalverstal" voor L 213, 248, 298, 381b, 386, Q 1, 113 en 202 koestal en voor L 270, 312, Q 34 en 102 stal werd opgegeven. Er zijn voor de kalverstal ook wel benamingen in gebruik, waaruit de leeftijd van de kalveren spreekt. Voor opgaven die een voor een kalf bestemde kist, bak, kooi e.d. betreffen, zie men het lemma "kalverhokje, kalverbak" (2.2.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden in paragraaf 1.2. [A 10, 9b; L 38, 25; monogr.; add. uit N 5A, 45a en 47b] I-6
kam kam: kamp (Eys, ... ), wie ich ət wool kemmə gong miengə kamp kəpot (Eys) kam [SGV (1914)] || Kam. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)] || Min of meer getande, rode, vlezige uitwas op de kop van kippen. [A 39, 3c; monogr.] I-12, III-1-3
kamerschieten kamers schieten: kāmərə sjētə (Eys), kamerschieten: kamer scheate (Eys) Het gebruik om schoten te lossen bij een bruiloft. [N 88 (1982)] || Het gebruik om tijdens het rekken van de processie donderbussen af te schieten [kamere aafsjisse]. [N 96C (1989)] III-3-2
kamille (alg.) hemdenknoopje: Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)  hemməknupkəs (Eys), kamille: -  kamillə (Eys) echte kamille [DC 50 (1975)] || stinkende kamille [DC 50 (1975)] III-4-3
kammen kammen: kĕmme (Eys), wie ich ət wool kemmə gong miengə kamp kəpot (Eys) kammen (ww.) [SGV (1914)] || Kammen. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)] III-1-3
kampen kabelen: kābələ (Eys), kavelen: kavele (Eys), kāvələ (Eys) Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
kamperfoelie pijpje: piepke (Eys) Wilde kamperfoelie (lonicera periclymenum 150 tot 300 cm grote klimplant met houtige stengels; de bladeren zijn tegenoverstaand en meestal gaafrandig; de bloemen staan in (schijn)kransen of hoofdjes met een lange kroonbuis, geelachtig wit of purperrood [N 92 (1982)] III-4-3
kan, maat van één liter liter: m.; (voor vloeistoffen).  li.tər (Eys) de maat die een inhoud aangeeft van 1 liter [mengel, kan, kop] [N 91 (1982)] III-4-4
kanaal kanaal: kanaal (Eys), o.  kan‧āl (Eys) een kunstmatige, gegraven, tamelijk brede waterweg (vaart, kanaal) [N 90 (1982)] III-3-1