e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kastplank bred van het schap: brɛt ˃van ət šāp (Eys), kastbred: kas˂brɛt (Eys), kastplank: kasplaŋk (Eys) plank in een kast [DC 16 (1948)], [DC 44 (1969)] III-2-1
kat kat: kat (Eys), miem: miem (Eys) Hoe noemt u een kat (poes, mies, kat, balkhaas, zandhaas, marol) [N 83 (1981)] || kat [SGV (1914)] III-2-1
katapult flits: fliĕtsj (Eys) Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)] III-3-2
kater dikke kop: dikke kop (Eys) kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)] III-2-3
kathedraal kathedraal: eng kathedraal (Eys) Een kathedraal. [N 96A (1989)] III-3-3
katholiek katholiek (<fr.): ps. alleen de a omgespeld volgens Frings.  katteliek (Eys) katholiek [SGV (1914)] III-3-3
katoen katoen: katūn (Eys) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
katrol katrol: katrǫl (Eys) Katrol, in gebruik bij het omhooghijsen van het rund. [N 28, 64; N 28, 65] II-1
katrolsysteem katrol: katr˙ǫl (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Zwartberg]) Het katrolsysteem waarmee de kleerhaken met kleren onder het dak worden gehangen. [N 95, 57] II-5
kattekruid kattekruid: kattekroed (Eys) Kattekruid (nepeta cataria 40 tot 100 cm grote plant. De stengels staan rechtop en zijn dicht behaard; de bladeren zijn eivormig spits, de bladrand is gekarteld of getand; de bloemen staan in lange trossen aan het eind van de stengel en in gesteelde zij [N 92 (1982)] III-4-3