e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losplaats losplaats: losplaats (Eys), (v.).  loͅ.spl‧ātš (Eys) de plaats waar de duiven gelost worden (losplaats, lossingsplaats of dergelijke, dus niet de naam van een stad invullen)? [N 93 (1983)] III-3-2
losse plankbrug houtsen brug: v.  hō.tsə brø.k (Eys) een brug die bestaat uit losse planken (vlonder, vonder, til, tilling, kwaak, vondel) [N 90 (1982)] III-3-1
losvloer losvloer: lǫ.s˲vluǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma]) De plaats waar de mijnwagens uit de liftkooi worden gelost. Bij de hoofdschachten bevindt zich de losvloer in de schachttoren, bij blinde schachten is de mijngang die bij het bovenste gedeelte van de schacht uitloopt meteen de losvloer (Vanwonterghem pag. 187). [N 95, 691; monogr.; Vwo 484; Vwo 655; Vwo 767] II-5
loszittende gesteentebank zerk: zę.rǝk (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Een gesteentebank in het dak die neiging vertoont neer te vallen en die daardoor gevaar oplevert. Wat betreft het woordtype "zerk": Lochtman (pag. 81) zegt dat de gesteentebank er inderdaad uitziet als het deksel van een doodskist. De bank zit met de platte kant naar beneden en bevindt zich in een situatie die het plotseling loslaten zeer bevordert. [N 95, 897; monogr.; N 95, 529] II-5
loteling trekjong: (m.).  treͅ.kj‧oͅŋ (Eys) iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)] III-3-1
loten loten: loatte (Eys), loͅatə (Eys) Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
loteren, los zitten los zitten: loͅ.s˃ ze.tə (Eys) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtballon luchtballon: lofballon (Eys), (v.).  l‧øx˂bal‧oͅn (Eys) een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)] III-3-1
luchtbel belletje: bɛlkǝ (Eys) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchtbel in water blaas: v.  bl‧oͅas (Eys), brobbel: brobbel (Eys), luchtbel: v.  lo.f˂b‧ɛl (Eys) de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] III-4-4