e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oude duif oude, een ~: ouwe (Eys, ... ), (m.).  ‧oͅu̯ə (Eys) een duif die ouder dan één jaar is? [N 93 (1983)] || een duif van 2 of 3 jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
oude man oud mannetje: oud menke (Eys), oude kerel: (m.).  ouw keͅ.al (Eys), oude man: ⁄ne ouwe man (Eys), (m.).  ‧oͅu̯ə mā.n (Eys) oude [een ~ man] [SGV (1914)] || oude man [ouken, ouderling, oude paai, peke, pee, knar] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-1
oude vrouw oud wijf: (o.).  ōͅ.t wī.f (Eys), oude vrouw: ouw vrouw (Eys), (v.).  ‧oͅu̯ vr‧oͅu̯ (Eys) oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)] III-2-2
oudejaarsavond oudejaarsavond: ouejaorsaovend (Eys), oͅuəjoͅasjoͅavənt (Eys), silvesteravond: selveͅstəroͅavənt (Eys) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] III-3-2
oudejaarsdag heilige silvester: H. Silvester (Eys), oudjaar: oadjaar (Eys) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || 31 december, H. Silvester. [N 96C (1989)] III-3-2
ouders ouders: auwəsj (Eys), ouwesj (Eys) ouders [SGV (1914)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2
ouderwets ouderwets: ouwerwits (Eys) ouderwets [SGV (1914)] III-1-3
oudhollandse pan holpan: hǭlpan (Eys) Holle dakpan zonder zijsluitingen. De woorddelen ɛpop-ɛ en ɛwijpje-ɛ in de woordtypes poppan (K 278, L 316a) en wijpjespan (L 414) verwijzen ernaar dat bij dit soort pannen de kieren doorgaans werden gedicht met behulp van bosjes stro, de zgn. ɛpoppenɛ.' [N 32, 44c] II-8
oven waarbij men in dezelfde ruimte stookt en bakt königswinteroven: kø̜neŋswentǝrǭvǝnt (Eys) De woordtypen "bakhuis", "burenoven", "veldoven", "ovenschap", "leemoven", "boerenoven" duiden op een oven in een bakhuis of op het bakhuis zelf. Moderner van vorm zijn de königswinteroven, ijzeren oven, kookoven, oliestookoven, heteluchtoven. De respondent van L 291 merkt op dat de königswinteroven in gebruik kwam vanaf 1915. [N 29, 1b; monogr.] II-1
ovendeur deurtje: dȳrkǝ (Eys) Het deurtje kan van ijzer zijn of van hout. De houten vormen zijn in de regel ouder. De informant van L 289b zegt dat deze sluiting een plank met een natte zak kan zijn die met een lat of paal tegen de opening van de oven wordt gezet. De woordtypen "stop", "stopsel", "ovenstopsel" wijzen heel waarschijnlijk op een bepaalde vorm vaan dichten. Zo vermeldt Weyns (blz. 27) dat in Oost-Vlaanderen de deur hier en daar een houten blok, 15 cm dik, is dat, voor de gevulde oven geplaatst, met leem, modder, soms zelfs met koedrek gemengd met aarde, wordt dichtgesmeerd. [N 29, 2b; N 29, 2a; OB 2, 3b; OB 2, 3a; monogr.] II-1