e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paaskaars paaskaars: poaskeëts (Eys) De op Paaszaterdag gewijde kaars, de Paaskaars [oeësterkeëts, poaësjkeëts]. [N 96C (1989)] III-3-3
paaslammetje n paaslammetje].: muulepead (Eys) Iemand die pas op het laatste moment (d.w.z. op Beloken Pasen) zijn paasplicht vervult [ne mölder, mulder [N 96D (1989)] III-3-3
paaszaterdag goede samstag (du.): gouwe zamsdig (Eys) Goede Zaterdag, Paaszaterdag [Kaarzamstiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
pachtboer halfe: halǝfǝ (Eys) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: paxtǝ (Eys) [S 27; monogr.] I-6
pachtersvrouw halferse: halǝfǝšǝ (Eys) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6
pad kroddel: kroddel (Eys), krodel (Eys) pad [DC 07 (1939)] || pad (dier) [SGV (1914)] III-4-2
pad, paadje voetpad, voetpaadje: votpad (Eys), votpad, votpêje (Eys), m.  vo.tpa.t (Eys), weg, weggetje: o.  w‧eͅaxškə (Eys) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] || pad, paden (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
paddestoel (alg.) jodenoor: judenōēur (Eys), jodenvlees: juddevleesj (Eys), kampernoelie: kampernoelje (Eys) paddestoel [SGV (1914)] || paddestoel, Een eetbare ~ in het algemeen (foens, kampernoelie). [N 92 (1982)] III-4-3
paillette pailletje (<fr.): palletjes (Eys) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] III-1-3