e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pimpernel pimpernel: pimpernel (Eys) Grote pimpernel (sanguisorba officinalis 30 tot 140 cm. De bladeren zijn oneven geveerd, de blaadjes zijn langwerpig en gezaagd. De bloemen groeien in langwerpige, dichte aren en zijn klein. De bloemen zijn bruinrood van kleur, zonder kroonbladeren, met [N 92 (1982)] III-4-3
pin, puntijzer afbouwhamerpin: ̇af˱b ̇ǫwhamǝrpē.n (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ̇af˱b ̇ǫwhā.mǝrpē.n (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), schraampin: šr ̇ø̜ǝmpē.n (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Winterslag, Waterschei]) De pinvormige ijzeren steekbeitel van de luchthamer. [N 95A, 7; N 95, 760 add.; N 95, 736; monogr.; Vwo 68; Vwo 362; Vwo 604] II-5
pink pink: pe.ŋk (Eys), pink (Eys) Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)] III-1-1
pinksterbloem moedergodsbloem: mǫdǝrgǭdsblom (Eys), -  moddergoadesblom (Eys) Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] || pinksterbloem [DC 17 (1949)] I-5, III-4-3
pinksterbruid pinksterbruid: pinksterbroed (Eys) De met bloemen en sieraden getooide pinksterbruid die met Pinksteren wordt gekozen en die dan rondgedragen wordt, waarbij wordt gezongen en geld wordt ingezameld [pinksterbloem, pinksterbruid]. [N 88 (1982)] III-3-2
pinksteren pinksten: Pinkste (Eys, ... ) Pinksteren [SGV (1914)] || Pinksteren, de vijftigste dag na Pasen [Sinksen, Pinkste]. [N 96C (1989)] III-3-3
pint, maat van 0,5 liter halve liter: m.; (voor vloeistoffen).  h‧ōͅvə li.tər (Eys) de maat die een inhoud aangeeft van 0,5 liter [snelleke, pint, schopje, schep, wup, leers] [N 91 (1982)] III-4-4
pissebed grijs ?: gries jaerske (Eys), molenvarken: oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  m^yləverkə (Eys), wild varken: WLD  we.lt˃ veͅ.rəkə (o.) (Eys) Hoe noemt u de keldermot, pissebed (kelderoog, varkentje, stekelvarken, steenmot, zespoter, varkensbeest) [N 83 (1981)] || pissebed, keldermot [GV K (1935)] III-4-2
pit wiek: w˙ēk (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) De lampepit van de veiligheidslamp. [N 95, 249; N 95, 243; monogr.] II-5
pit van een steenvrucht kern: kern (Eys), kēͅ.ən m. (Eys), kêjen (Eys), knoop: knu.p m. (Eys), pit: pít (Eys) De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)] || kern [SGV (1914)] I-7