e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poort poort: pǫats (Eys), pǭǝts (Eys) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poortwachtershuis politiepost: po.lisipǫ.s (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) [N 95, 40] II-5
pop, vrouwelijke zangvogel pop: po.p (Eys) vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)] III-4-1
poppenspel poppenkast: poppekast (Eys) De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] III-3-2
populier (alg.) canadas: k‧anəda.s v. (Eys) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] III-4-3
porringdraad koord: kǭǝt (Eys) De draad waarmee de boog wordt afgetekend. Eén uiteinde van de draad wordt vastgehecht in het porringpunt, met het andere wordt de boog bepaald. Uit de woordtypen 'metselkoord' (L 292), 'metskoord' (Q 83), 'metsdraad' (L 360) en 'metseltouw' (L 432, Q 111) blijkt dat ook het 'metselkoord' als porringdraad werd gebruikt. In L 414 werd het aftekenen met behulp van een 'klokpasser' ('klǫkpasǝr') gedaan. [N 32, 17f] II-9
porringpunt straalpunt: štrǫalpønt (Eys) Het middelpunt van de cirkel waarvan een te metselen boog een segment is. In het 'porringpunt' wordt de porringdraad vastgehecht. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Porringdraad'. [N 32, 17e; monogr.] II-9
porseleinbloempje schildersverdriet: schildersverdriet (Eys) Porselein bloempje (saxifraga umbrosa). Het porselein bloempje, ook Judastranen geheten, doet dienst als dankbaar zaadplantje in niet al te natte en donkere tuinen, dat bij ons goed voort wil, maar bij strenge vorst, zonder sneeuwbedekking, meestal afster [N 92 (1982)] III-2-1
portefeuille portefeuille (fr.): portefuil (Eys), v.  poͅ.rtəf‧ø͂ͅ (Eys) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
portier portier: pǫrt˙iǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.] II-5