e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechtspreken rechten: rechte (Eys), uitspraak doen: ū.tšpr‧oͅak˃ du.ə (Eys) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtsvoor rechtsbuiten: reiətsbōētə (Eys) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtvaardig eerlijk: ierlijk (Eys), ‧iərlex (Eys), ‧iərlək (Eys) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] III-1-4
rector rector (lat.): rector (Eys) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
reeks, rij reeks: reeks (Eys), rij: rej (Eys), v.  r‧eͅi̯ (Eys) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [SGV (1914)] III-4-4
regelaar vervoer vervoerregelaar: vǝrv˙uǝrrē.gǝl˙ār (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830] II-5
regenbuitje drup regen: druup rean (Eys) regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
regenworm piering: piejering (Eys, ... ), pieəriŋ (Eys), WLD  piering (Eys), worm: WLD  worm (Eys) pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm [DC 40 (1965)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] III-4-2
reinigen (van de hokken) rein maken: ringmake (Eys), r‧eͅŋmā.kə (Eys) Hoe zegt men: het reinigen van de hokken? [N 93 (1983)] III-3-2
reis reis: rees (Eys), (v.).  r‧ēs (Eys) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1