e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smeden smeden: šmējǝ (Eys) In het algemeen de vorm van, doorgaans gloeiende, stukken metaal veranderen door ze met een hamer te bewerken. Bij het ɛuitsmedenɛ en ɛuithalenɛ wordt de lengte of de vorm van het stuk metaal groter, terwijl de dikte afneemt. Zie ook het lemma "uitsmeden van een splits" en het lemma "uittrekken, uithalen" in Wld II.3, pag. 140. Bij het (op)stuiken wordt de dikte van het metaal vergroot, terwijl de lengte afneemt. Tot het smeedwerk wordt ook het lassen gerekend. Zie ook de toelichting bij deze lemmata.' [N 33, 1c; Wi 39; S 33; monogr.] II-11
smeer karrensmeer: (o.).  k‧ārəšmi.ər (Eys), smeer: smier (Eys), smeerolig: (m.).  šmi.əroͅ.alex (Eys), smeervet: (o.).  šmi.ərveͅ.t (Eys) het smeermiddel dat hoofdzakelijk uit vet bestaat en dat bedoeld is om voertuigen beter te laten lopen [smeer, ruut] [N 90 (1982)] III-3-1
smeerder smeerjong: šmi.ǝrj˙ǫŋ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma]) Wagensmeerder. [N 95, 153] II-5
smeerpoes dreksbeer: dreks bear (Eys), onnutterd: m.  o.nnø.tərt (Eys), schrouwe, een -: m.  šr‧oͅu̯ə (Eys), vieze, een -: m.  v‧īzə (Eys) iemand die er altijd vuil en onverzorgd uitziet [smeerpoes, vuillak, vetkees] [N 85 (1981)] III-1-4
smeerwortel ezelsoor: aezelsoer (Eys) Smeerwortel (symphytum officinale 30 tot 120 cm grote, forse plant, ruwharig; de stengels zijn sterk vertakt, iets gevleugeld; de bladeren zijn langwerpig, met dikke nerven; de bloemen zijn hangend, de bloemkroon is buisvormig met omgebogen slippen, van [N 92 (1982)] III-4-3
smeken bidden: bidde (Eys), (ik bid je erom).  e.x ˂be.t˃ de.x˃ dr‧øͅm (Eys), smeken: smeeke (Eys) nederig en dringend vragen [permitteren, pernegracie, spelen, bidden, smeken] [N 85 (1981)] III-3-1
smeren smeren: sjmiēre (Eys) smeren [SGV (1914)] III-2-3
smid smid: šmet (Eys  [(mv šmɛj)]  ) In het algemeen een handwerksman die metaal, meestal ijzer, met behulp van hamers en andere gereedschappen bewerkt om er werktuigen of andere voorwerpen van te vervaardigen. Doorgaans wordt het metaal voor de verwerking in de smidsvuurhaard verhit en vervolgens op het aambeeld met behulp van smeedhamers in een bepaalde vorm gesmeed. Het woordtype vlammer (Q 113) is een afleiding van het werkwoord vlammen (vlɛmǝ) dat onder meer "slaan" kan betekenen. Vgl. ook RhWb II, kol. 548 s.v. Flammer, "Schmied".' [Wi 6; S 33; L 6, 78; L 8, 99; Weijnen BN 4, 6; N 33, 1a-b; monogr.] II-11
smokkelen smokkelen: smoekele (Eys), šmu.kələ (Eys) verboden goederen, of goederen waarover rechten betaald moeten worden heimelijk over de grens brengen [lörzen, maroderen, smokkelen] [N 90 (1982)] III-3-1
smokkelkruis smokkelkruis: smoekelkruuts (Eys) Een veldkruis in de buurt van een grensovergang [smokkelkruis?]. [N 96A (1989)] III-3-3