e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tegenvaller schade: schaa (Eys), strop: m.  štroͅ.p (Eys) een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)] III-3-1
tegenwind kopwind: koͅ.pwe.ŋk hā.n (Eys), tegenwind: teagewink (Eys), teͅ.agəwe.ŋk hā.n (Eys) Hoe zegt men: de duiven vliegen met de wind tegen? [N 93 (1983)] III-3-2
telefoon telefoon: telefoon (Eys), (m.).  teͅ.ləf‧ōn (Eys) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1
telefooncel telefooncel: telefooncel (Eys), (v.).  teͅ.ləf‧ōns‧ɛl (Eys) het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)] III-3-1
telegram telegram: telegram (Eys), (o.).  teͅ.ləgr‧am (Eys), ps. alleen de a omgespeld volgens Frings.  tillegram (Eys) een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] || telegram [SGV (1914)] III-3-1
telen, verbouwen trekken: trekǝ (Eys), zetten: zętǝ (Eys) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4
teleurgesteld (worden) bedonderd: bedonderd (Eys), enttuscht (du.): entwischt (Eys), langs de naas gaan: l‧aŋs˃ də n‧ās˃ goͅ.a (Eys), zich bezeiken: (vulgair).  ze.x ˂bəzē.kə (Eys), zich kloten: (vulgair).  ze.x kl‧uətə (Eys), zich kullen: ze.x k‧øͅlə (Eys) in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] || niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten doop houden het kind vasthouden: kink vasthouden (Eys) Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)] III-3-3
ten einde brengen vaardig maken: v‧ɛadex mā.kə (Eys) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten offer gaan de offergang maken: offergank make (Eys) De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)] III-3-3