e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegveld vliegveld: vleegveld (Eys), (o.).  vl‧ēx˃veͅ.lt (Eys) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlier holunderstruik: -  hulləndərsjtroe:k(e) (Eys) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlies in een vrucht keets: het geheel, met de pitten, dat dus niet gegeten wordt  keͅ.tš (Eys) Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)] I-7
vlijns, geelbruine aarde leem: leem (Eys), lss: m.  løͅs (Eys) geelbruine aarde tussen bruine grond en leem in [vlijns, vlijst] [N 81 (1980)] III-4-4
vlijtig liesje vlijtig liesje: vlijtig liesje (Eys) Sultansbalsemien (Impatiens walleriana Hook.). De bovenste bladeren meest tegenoverstaand. De stengel is niet zeer fors en hoogstens 1 m hoog. De bloemen zijn rood of wit, tamelijk vlak, met zeer lange en dunne, gebogen spoor (vlijtig liesje, nooitrust). [N 92 (1982)] III-2-1
vlinder mot: mot (Eys), mōt (Eys), pepel: pieəpəl (Eys), piējepel (Eys), piəpəl (Eys, ... ) vlinder [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
vlo (enk.) mensenvlo: WLD  miensjevlôê (Eys), vlo: vlōēwe (Eys), WLD  vloeë (Eys) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] || vloo [SGV (1914)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vlun: vluuwe (Eys), WLD  vluuë (Eys) vlo (znw mv) [N 26 (1964)] || vlooien [SGV (1914)] III-4-2
vloed, hoogtij vloed: vloed (Eys) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4
vloek godverren: godverre (Eys), hemelsakker: hiemelsakker (Eys, ... ), vloek: enne vlook verdomme (Eys, ... ), vlook (Eys), m.  vlo.k (Eys), vloeken: vlooke (Eys) een uitdrukking die een verwensing, vooral een godslastering behelst [vloek, kneerp] [N 85 (1981)] || een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1989)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)] || vloeken [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3