18217 |
vod |
lommel:
loemel (Q202p Eys),
loemele (Q202p Eys),
loemmele (Q202p Eys),
(m.).
lu.məl (Q202p Eys),
vod:
vod (Q202p Eys)
|
versleten stuk doek of stof [vod, bul, tod, slet] [N 86 (1981)] || vod [SGV (1914)] || vodden [SGV (1914)]
III-1-3
|
21396 |
voddenkoopman |
lommelenkramer:
loemelekriējemer (Q202p Eys)
|
voddenkoopman [SGV (1914)]
III-3-1
|
22064 |
voederbak |
voederbak:
voorbak (Q202p Eys),
voederton:
(v.).
v‧ōrt‧oͅn (Q202p Eys)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de graanbak (waar de verschillend mengsels in worden bewaard)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33412 |
voederbak voor de kippen |
voerbak:
vōrbak (Q202p Eys)
|
De vaak gootvormige bak in het kippenhok waar men het kippenvoer indoet. [A 48, 16d]
I-6
|
22063 |
voederbeurt |
voederen, het -:
voore (Q202p Eys)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een voederbeurt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33229 |
voederbieten |
kroten:
krūǝtǝ (Q202p Eys)
|
Beta vulgaris L. subsp. vulgaris. De algemene benaming van de bieten die gekweekt worden om als veevoeder te worden gebruikt. De voederbiet groeit grotendeels boven de grond, in tegenstelling tot de suikerbiet waarvan alleen de bladerkruin boven de grond uitkomt. De plant gedijt het best op losse vochthoudende zandgrond en verdraagt zware stalmest- of gierbemesting. Het is vanouds een in Limburg veel verbouwd veevoeder dat in het eigen gemengde bedrijf werd benut. Voor de fonetische documentatie van het tweede woorddeel in de samenstellingen zoals voederbieten, waarvan dat tweede element ook als enkelvoudig woord in het lemma voorkomt, zie onder dat enkelvoudig woord, i.c. bieten. In de vragenlijsten is steeds naar de meervoudsvorm gevraagd. [N 12, 38; N 12A, 1; JG 1a, 1b, 1d, 2b, 2c; A 13, 2b; L 43, 4b; monogr.]
I-5
|
21958 |
voederen |
voederen:
voore (Q202p Eys),
v‧ōrə (Q202p Eys)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de duiven een voederbeurt geven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22073 |
voedermengsel voor duiven die moeten presteren (thans) |
vliegmengeling:
vleegmengeling (Q202p Eys),
(v.).
vl‧ēxm‧ɛŋəleŋ (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor duiven die moeten presteren [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22069 |
voedermengsel voor duiven die moeten presteren (vroeger) |
duivenvoeder:
doevevoor (Q202p Eys),
mas met wat tarwe, gerst en wik:
Opm. v.d. invuller: één soort voedsel voor alle duiven!
maïs met wat tarwe, gerst en wikke (Q202p Eys)
|
Hoe noemde men vroeger, toen de duivenvoeders nog niet fabrieksmatig bereid werden, het speciale voedermengsel voor duiven die moesten presteren [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22071 |
voedermengsel voor duiven in de kweekperiode (thans) |
kweekmengeling:
(v.).
kwē.km‧ɛŋəleŋ (Q202p Eys),
kweekvoeder:
kweekvoor (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor duiven in de kweekperiode [N 93 (1983)]
III-3-2
|