e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

Gevonden: 5461
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogdoek, theedoek droogdoek: dr‧y(3)̄x˂dōk (Eys), potdoek: poͅt˂dōk (Eys), schotelsplag: šoͅtəlsplak (Eys), spoelhanddoek: špø͂ͅlhant˂dōk (Eys) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] III-2-1
droogrek kruikenbank: krūkǝbāŋk (Eys) Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.] I-11
drop lakrits: la.kre.ts (Eys), lakrits (Eys), snoep: snoep (Eys) drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] III-2-3
dropwater lakrits: lakrits (Eys), lakritsbroei: la.kre.ts˂br‧øi̯ (Eys) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druifhyacint blauw druifje: blauwe druifje (Eys) Druifhyacint (muscari). Bloempjes dicht opeen, bijna kogelvormig. De onderste knikkend, de bovenste zacht opstaand, deze laatste meestal zonder stamper of meeldraden. De bloemen zijn blauw met een witte rand of geheel wit. In bossen en weilanden (traantje [N 92 (1982)] III-4-3
druilerig en koud weer betrokken: betrokke (Eys), klam (weer): klām (Eys), kwakkelweer: kwakkelweer (Eys), miezerig (weer): mìeserig wear (Eys, ... ), nat (weer): ene natte zōē?en (Eys, ... ), nat (Eys, ... ), natte boel: natte boel (Eys, ... ), regenweer: ət es reͅanəweͅar (Eys), o.  reͅanəweͅar (Eys), waterkoud (weer): water koud (Eys), zouwel(weer): zauwele (Eys) nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen zijpen: hĕje ziĕjep van der rêjen (Eys, ... ), hêje ziept van der rêjen (Eys, ... ), ziēpe (Eys) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: drōēvetros (Eys) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk drok: dru.k (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]) Algemeen gebruikte benaming voor de druk in het gesteente. [monogr.; N 95, 524; N 95, 357; N 95, 385; N 95, 843; N 95, 324; Vwo 292] II-5
druk praten kwebbelen: kw‧ɛbələ (Eys), vlot muilen: vlot moele (Eys) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1