22129 |
duif die te laat komt |
achterblijver:
achterblievers (Q202p Eys),
geen prijs meer krijgen:
zə ki.t˃ g‧eͅŋə prī.s m‧iə (Q202p Eys),
laatkomer:
laatkomer (Q202p Eys)
|
een duif die te laat komt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21922 |
duif die zwaar van bouw is |
zware, een -:
zwaere (Q202p Eys)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: zwaar van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21931 |
duif effen lichtbruin |
chocolade, een -:
chocalade (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men een duif effen lichtbruin (bleek)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21930 |
duif met bruine of lichtbruine kleurschakeringen |
isabel:
(v.).
isab‧ɛl (Q202p Eys),
rode:
kouw roew (Q202p Eys),
rode, een ~:
(m. vleugels boven rood, van onderen donkergrijs.
r‧uə (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men een duif met bruine of lichtbruine kleurschakeringen (ros, rost)? [N 93 (1983)] || Kent U andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed (+ korte beschrijving)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21926 |
duif met effen grijs-blauw vederkleed |
blauwe, een -:
(m.).
bl‧oͅu̯ə (Q202p Eys),
lichte grijze, een -:
lichte gries (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men een duif met effen grijs-blauw vederkleed (blauw)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21929 |
duif met grote donkere vlekken |
donkere, een -:
dankere (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men een duif met grote donkere vlekken in de vleugels (zwart-geschelpt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21928 |
duif met grotere kleurschakeringen |
geschelpte, een -:
geschelpde (Q202p Eys),
grijze, een -:
(m.).
gr‧īs (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men een duif met grotere kleurschakeringen in de vleugels (geschelpt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21934 |
duif met één of meer witte pennen |
sjek:
(m. alleen witte pennen (slagveren).
šeͅ.k (Q202p Eys),
witpen:
(v.).
we.tp‧ɛn (Q202p Eys),
witte sjek:
witte sjek (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men een duif met één of meer witte pennen (wittepen, witteslag)? [N 93 (1983)] || Kent U andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed (+ korte beschrijving)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21907 |
duif uit het eerste nest van het jaar |
eerste hik:
(v.).
va.n də ‧iəštə he.k (Q202p Eys),
jonge, een -:
jonge (Q202p Eys)
|
Hoe heet een duif uit het eerste nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21909 |
duif uit het laatste nest van het jaar |
late jongen:
late jonge (Q202p Eys),
nestpinner:
(m.).
neͅ.sp‧ɛnər (Q202p Eys),
van de vierde hik:
(v.).
va.n də v‧ēərdə he.k (Q202p Eys)
|
Hoe heet een duif uit het laatste nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|