21908 |
duif uit het tweede nest van het jaar |
eenjarige, een -:
ejaerige (Q202p Eys),
van de tweede hik:
(v.).
va.n də tw‧iədə he.k (Q202p Eys)
|
Hoe heet een duif uit het tweede nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21932 |
duif zeer donker met weinig kleurschakeringen |
donkele, een -:
(m.).
do.ŋkələ (Q202p Eys),
zwartse, een -:
zwatze (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men een duif zeer donker met weinig kleurschakeringen (zwart)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24139 |
duif, algemeen |
duif:
dŏĕf (Q202p Eys)
|
Duif [SGV (1914)]
III-4-1
|
21171 |
duiker |
duiker:
duuker (Q202p Eys)
|
de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17666 |
duim |
tordel:
twiǝleŋ (Q202p Eys)
|
Zie kaart. De in het muurgesteente aangebrachte ijzeren haak voor raam- of deurhengsels. Zie ook afb. 56. In en rond L 289 werd de term her gebruikt voor het metalen scharnierstuk dat aan de deurpost was bevestigd. Het scharnierstuk dat aan de deur vastzat en paste in de her werd 'geheng' ('gǝheŋ') genoemd. Zie voor het woordtype 'toren' ook RhWb viii, k. 1481-1482 s.v. 'Turen': ø̄Türangel, der Stift, um den sich die Tür dreht; auch jener in die Wand geschlagene Eisenhakenø̄, en voor het woordtype 'tordel' ook Limburgs Idioticon, pag. 252, s.v. 'teulder', den, ø̄har, lat. cardo. Geh. Maeskant.ø̄ [N 32, 13a; N 54, 81b-81e; monogr.]
II-9
|
25279 |
duim, maat van 2,5 cm |
duim:
duim (Q202p Eys),
duimstok:
m.
d‧umštoͅ.k (Q202p Eys)
|
de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
30344 |
duimsteen |
blauwe steen:
blǫwǝ štē (Q202p Eys)
|
Stuk hardsteen waarin de duim voor raam- of deurhengsels is bevestigd. Vgl. afb. 56. Zie voor het woorddeel 'toren-' ook de toelichting bij het lemma 'Duim'. [N 32, 13b; monogr.]
II-9
|
24921 |
duin |
duin:
duin (Q202p Eys),
graaf:
graaf (Q202p Eys),
hoop zand:
hoop-zank (Q202p Eys)
|
duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21312 |
duits |
duits:
Dutsj (Q202p Eys)
|
Duitsch [SGV (1914)]
III-3-1
|
23504 |
duitse mis |
duitse mis:
duutsje mès (Q202p Eys)
|
Een Duitse mis, door de gelovigen samen gezongen [Duutsje zingmèa?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|