23254 |
altaar |
altaar (<lat.):
elter (Q202p Eys)
|
Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23644 |
altaarbel |
schel:
schel (Q202p Eys)
|
De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23432 |
altaarretabel |
triptiek (<fr.):
triptiek (Q202p Eys)
|
Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24297 |
alver |
alver:
WLD
‧alvər (m.) (Q202p Eys)
|
Hoe noemt u de alver: een roofkarpertje, 10-18cm lang, de schubben hebben een fraaie zilver- of paarlemoerglans (alver, moertje, nesteling, aveltje, scheiter, bovenzwemmer, win, winde, wind) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23753 |
alziend oog |
godsoog:
godsoog (Q202p Eys)
|
Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampul (Q202p Eys)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22030 |
andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed |
mouche (fr.):
(m. rood + wit.
mu.š: r‧uə (Q202p Eys),
(m. zwart + wit + donkerblauw.
mu.š: žwa.tə (Q202p Eys),
vale, een ~:
(m. heel licht, met bruine strepen.
v‧āl (Q202p Eys),
witte, een -:
(m. helemaal wit.
we.tə (Q202p Eys),
zilvervaal:
(m. zilverkleurig.
z‧eləvərv‧āl (Q202p Eys)
|
Kent U andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed (+ korte beschrijving)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22107 |
andere inzetmogelijkheden |
verdubbeleren:
Opm. v.d. invuller: op meer plaatsen zetten.
vərd‧ubəl‧ērə (Q202p Eys)
|
Kent U nog andere inzetmogelijkheden? Graag benaming en omschrijving. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22124 |
andere middelen om een duif binnen te lokken |
met de bus rammelen:
rammele bus (Q202p Eys),
voeder werpen:
Opm. v.d. invuller: of gemengd zaad (z?#am - (m.), datze graag hebben.
v‧ōr weͅ.rəpə (Q202p Eys)
|
Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25242 |
andere soorten sneeuw |
sneeuwvlokken:
dikke vlokken
snejvlokken (Q202p Eys)
|
verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)]
III-4-4
|