17659 |
hand |
hand:
hand (Q202p Eys),
hant (Q202p Eys),
hĕng (Q202p Eys)
|
hand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)]
III-1-1
|
29935 |
handbeschermer |
handleer:
hāntlē̜r (Q202p Eys)
|
Rubber of leren kapje dat men aan de handen schuift om vingers en handpalm te beschermen bij het dragen van stenen. De woordtypen 'handschoe' en 'want' duiden waarschijnlijk een handschoenachtige bescherming aan die de hele hand bedekt. Zie ook het lemma 'handbeschermers' in het Woordenboek van de Limburgse Dialecten II.8, pag. 59. Over de term handlap merkt Van Houcke (pag. 133) op: ...Is een klein stuk leder met eene of meer dubbele kerven. De kerven vormen als 't ware ringen, waarin de metselaar de vingeren steekt om de hand tegen het slijten door den steen, en voornamelijk door natgemaakten steen, veroorzaakt, te vrijwaren.ø̄ [N 30, 6a; N 30, 6b; monogr.]
II-9
|
21731 |
handboei |
boei:
boeien (Q202p Eys),
(v.).
b‧ui̯ (Q202p Eys)
|
de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19691 |
handdoek |
kuilhanddoek:
k˙ulha.nt˱d˙ōk (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Winterslag, Waterschei])
|
De blauw-wit of rood-wit geruite handdoek voor gebruik na het douchen. [N 95, 68; monogr.]
II-5
|
21849 |
handel |
handel:
m.
h‧andəl (Q202p Eys)
|
het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21449 |
handelaar |
handelaar:
handelaer (Q202p Eys),
h‧ɛndəl‧eͅar (Q202p Eys),
m.
h‧ɛndələr (Q202p Eys),
koopman:
koopman (Q202p Eys)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21496 |
handelen |
handel drijven:
h‧andəl drī.və (Q202p Eys),
handelen:
handele (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
h‧andələ (Q202p Eys, ...
Q202p Eys)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18903 |
handeling |
gang:
gank (Q202p Eys)
|
een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28156 |
handhamer |
vuisthamer:
vū.sh ̇amǝr (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
[N 95, 742; monogr.]
II-5
|
30061 |
handhei |
houten hamer:
hōtsǝ hāmǝr (Q202p Eys)
|
Handgereedschap om palen in de grond te slaan. Het bestaat uit een zwaar houten blok waaraan verschillende handvatten zijn aangebracht. Zie ook afb. 26. [N 31, 5b; monogr.]
II-9
|