e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hand hand: hand (Eys), hant (Eys), hĕng (Eys) hand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)] III-1-1
handbeschermer handleer: hāntlē̜r (Eys) Rubber of leren kapje dat men aan de handen schuift om vingers en handpalm te beschermen bij het dragen van stenen. De woordtypen 'handschoe' en 'want' duiden waarschijnlijk een handschoenachtige bescherming aan die de hele hand bedekt. Zie ook het lemma 'handbeschermers' in het Woordenboek van de Limburgse Dialecten II.8, pag. 59. Over de term handlap merkt Van Houcke (pag. 133) op: ...Is een klein stuk leder met eene of meer dubbele kerven. De kerven vormen als 't ware ringen, waarin de metselaar de vingeren steekt om de hand tegen het slijten door den steen, en voornamelijk door natgemaakten steen, veroorzaakt, te vrijwaren.ø̄ [N 30, 6a; N 30, 6b; monogr.] II-9
handboei boei: boeien (Eys), (v.).  b‧ui̯ (Eys) de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)] III-3-1
handdoek kuilhanddoek: k˙ulha.nt˱d˙ōk (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Winterslag, Waterschei]) De blauw-wit of rood-wit geruite handdoek voor gebruik na het douchen. [N 95, 68; monogr.] II-5
handel handel: m.  h‧andəl (Eys) het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] III-3-1
handelaar handelaar: handelaer (Eys), h‧ɛndəl‧eͅar (Eys), m.  h‧ɛndələr (Eys), koopman: koopman (Eys) handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)] III-3-1
handelen handel drijven: h‧andəl drī.və (Eys), handelen: handele (Eys, ... ), h‧andələ (Eys, ... ) handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] III-3-1
handeling gang: gank (Eys) een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)] III-1-4
handhamer vuisthamer: vū.sh ̇amǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) [N 95, 742; monogr.] II-5
handhei houten hamer: hōtsǝ hāmǝr (Eys) Handgereedschap om palen in de grond te slaan. Het bestaat uit een zwaar houten blok waaraan verschillende handvatten zijn aangebracht. Zie ook afb. 26. [N 31, 5b; monogr.] II-9