21713 |
herstemmen |
nieuw stemmen:
nuits stumme (Q202p Eys),
oppenieuw stemmen:
o.p˃ən‧øͅi̯ts št‧øͅmə (Q202p Eys)
|
opnieuw stemmen als er bij de eerste stemming geen beslissing valt [balloteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24321 |
hert, ree |
ree:
rie (Q202p Eys)
|
Ree, zonder onderscheid van geslacht [N 94 (1983)]
III-4-2
|
27559 |
het akkoord bespreken of sluiten |
(het/de) akkoord bespreken:
ǝt˱ a.kǫ.at˱ bǝšprę.akǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale])
|
Na de Tweede Wereldoorlog veranderde het systeem van het éénmansakkoord in dat van het groepsakkoord. Een groep van vijf à zes man werkte gezamenlijk in één vak van de pijler en werd aan de hand van de collectief geleverde prestaties per maand betaald (Dieteren 1984 pag. 11). Moordende concurrentie zoals door toedoen van het éénmansakkoord werd uitgesloten. Iedere houwer verdiende nu hetzelfde. Nog later verdween ook dit akkoordsysteem en gold per kolenpijler één en hetzelfde akkoord. Cont in het woordtype "cont maken" is de verkorte vorm van contract. [N 95, 911; monogr.]
II-5
|
23258 |
het angelus luiden |
angelus:
misschien zijn dit twee aparte antwoorden, dat is onduidelijk
angelus, (Q202p Eys),
engel des heren:
misschien zijn dit twee aparte antwoorden, dat is onduidelijk
de ingel des heere (Q202p Eys)
|
Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25612 |
het bakproces ten einde brengen |
gaar (zijn):
(het brood is) gār (Q202p Eys)
|
De baktijd, de tijd die nodig is om een goed gebakken brood te verkrijgen, is verschillend en afhankelijk van de oventemperatuur, van de grootte van het te bakken brood, van de bij de deegbereiding gebruikte grondstoffen (Schoep blz. 107). [N 29, 49]
II-1
|
22120 |
het binnenkomen van de duif |
binnengaan:
binnegae (Q202p Eys),
inkomen:
ē.nko.mə (Q202p Eys)
|
Hoe zegt men: het binnenkomen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
28124 |
het dak afkloppen |
(het dak) afkloppen:
̇āfklǫ.pǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Door middel van kloppen onderzoeken of zich in het dakgesteente losse steenlagen bevinden die dreigen in te storten. Een goed dak geeft een scherpe klank, terwijl een slecht dak een doffe of holle klank laat horen (Handb. H. pag. 115). [N 95, 486; N 95, 890; N 95, 298; monogr.; Vwo 9, Vwo 44]
II-5
|
25576 |
het deeg op de werkbank verdelen |
verdelen:
vǝrdēlǝ (Q202p Eys)
|
Het verdelen van het deeg in stukken die, eenmaal gevormd en gebakken, de bepaalde broodvorm met het bepaalde gewicht zullen geven. De bij deze vraag opgegeven woordtypen "afwagen", "wagen", "afwegen", zijn overgebracht naar het lemma ''deeg afwegen''. [N 29, 32a; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|
23802 |
het doopwater wijden op paaszaterdag |
doopwater en wijwater wijden:
doopwater en wijwater wieën (Q202p Eys)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21948 |
het geluid dat de duif maakt bij de duivin in een hoekje te jagen (baltsverschijnsel) |
brullen:
br‧øͅlə (Q202p Eys),
drijven:
drī.və (Q202p Eys),
koeren:
koere (Q202p Eys)
|
Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: het geluid dat de duif daarbij maakt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|