24903 |
ochtend (vanmorgen |
de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]:
m.
møͅ.rəgə (Q202p Eys),
vy.ərdəm‧dex (Q202p Eys),
vy.ərdən‧ōn (Q202p Eys)
|
s morgens) [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23936 |
octaaf |
octaaf (<fr.):
octaaf (Q202p Eys)
|
Een octaaf, periode van 8 dagen ter viering van een groot kerkelijk feest. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24947 |
oever |
kant:
kant (Q202p Eys),
m.
kant (Q202p Eys),
oever:
oevər (Q202p Eys),
ōver (Q202p Eys)
|
oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
23636 |
offerande |
offerande (<fr.):
offerande (Q202p Eys)
|
De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23408 |
offerblok |
offerblok:
offerblok (Q202p Eys)
|
Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23639 |
offergang |
offergang:
offergank (Q202p Eys)
|
De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23409 |
offergeld |
offergeld:
offergeld (Q202p Eys)
|
Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22138 |
officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben |
vergunning:
vergunning (Q202p Eys),
(v.).
vərg‧øneŋ (Q202p Eys)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
eventjes:
effəkəs (Q202p Eys),
momentje:
ə momentjə (Q202p Eys),
ogenblikje:
(ən) ogəbliksjkə (Q202p Eys),
poosje:
o.
p‧yəskə (Q202p Eys)
|
een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || ogenblikje [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
27863 |
ohmmeter |
ohmmeter:
˙ōmm˙ētǝr (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma])
|
Apparaat voor het doormeten van schietleidingen. [N 95, 408; monogr.]
II-5
|