| 21746 |
oorlog |
krijg:
kreeg (Q202p Eys),
(m.).
kr‧ēx (Q202p Eys),
oorlog:
oorlog (Q202p Eys)
|
de strijd tusseen twee of meer volken, vorsten of staten [oorlog, krijg] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21186 |
oorlogsschip |
krijgsschip:
kreegsschip (Q202p Eys),
oorlogsschip:
(o.).
ō.rloͅ.xsše.p (Q202p Eys)
|
een schip gebouwd en uitgerust om in de oorlog gebruikt te worden [manwaar] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18237 |
oorring |
oorbel:
oorbelle (Q202p Eys),
(v.).
‧uərb‧ɛl (Q202p Eys)
|
zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 17873 |
oorveeg |
oorveeg:
oervieg (Q202p Eys),
slag om de oren:
šlā.ch ø͂ͅm də uərə (Q202p Eys)
|
Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 24361 |
oorworm |
oorworm:
oeərworm (Q202p Eys)
|
oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
| 24868 |
oot |
vlughaver:
vluughaver (Q202p Eys),
-
vluugha:vər (Q202p Eys),
vluuxha:vəR (Q202p Eys)
|
oot [wilde haver] [DC 30 (1958)] || Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 33293 |
oot, wilde haver |
vlughaver:
vlȳghāvǝr (Q202p Eys)
|
Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b]
I-5
|
| 23198 |
op bedevaart gaan |
bidweg doen:
bidweg doe (Q202p Eys),
op bedevaart gaan:
op bedevaart gao (Q202p Eys)
|
Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)] || Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 22581 |
op de dril zetten (1 april) |
voor de gek houden:
vuur de gek hoate (Q202p Eys)
|
De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 21975 |
op de jaloersheid spelen |
jaloeziespel:
(o.).
šalo.z‧išpēͅ.l (Q202p Eys)
|
Bij gepaarde duiven spelen op de jaloersheid door bij de duivin een andere doffer te plaatsen dan de partner (de beul)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|