e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op de juiste temperatuur warm genoeg: wɛrǝm gǝnox (Eys) Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.] II-1
op de loop gaan maken dat men vort komt: make dat hae voet kunt (Eys), op de loop gaan: op der leup goa (Eys), stropen gaan: štr".pə goͅ.a (Eys), vortkleinen: vu.tkleͅ.anə (Eys), vortlopen: vu.tlō.pə (Eys) op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op de vingers fluiten fluiten: fleute (Eys), op de vingers fluiten: op də veŋər fl"tə (Eys) Op de vingers fluiten [schuffelen]. [N 90 (1982)] III-3-2
op een rij zetten hagen: hage (Eys), op een rij zetten: o.p ˂‧eͅŋ r‧eͅi̯ zeͅ.tə (Eys) op een rij zetten [hagen] [N 91 (1982)] III-4-4
op het eigendomsgevoel voor het eigen hok spelen jaloersspel: jaloersspel (Eys), nestspel: (o.).  ne.sšpēͅ.l (Eys), neͅ.sšpēͅ.l (Eys) Bij gepaarde en ook ongepaarde duiven spelen op het eigendomsgevoel voor het eigen hok (kotjesspel)? [N 93 (1983)] III-3-2
op het gevoel van ouderschap spelen nestspel: nestspeal (Eys), (o.).  neͅ.sšpēͅ.l (Eys) Bij gepaarde duiven met jongen spelen op het gevoel van ouderschap, op het verlangen om de jongen terug te zien? [N 93 (1983)] III-3-2
op kraamvisite gaan het nieuwe kindje gaan kijken: ət nøͅi keͅntjə goͅa kikə (Eys), suikerbeschuit gaan: soekerbesjuut gao (Eys) Op kraamvisite gaan [met de krommen arm gaan, met de kromme slip gaan, op de suikerbeschuit gaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
op reis gaan op reis zijn: o.p r‧ēs˃ zi.ə (Eys), op rees gewae (Eys), vort zijn: vu.t˃ zi.ə (Eys) op reis gegaan zijn [te mantij zijn] [N 90 (1982)] III-3-1
op retraite gaan retraite (fr.) gaan: retraite gao (Eys) In retraite gaan, in retraite zijn. [N 96B (1989)] III-3-3
op stelten lopen op stelten lopen: op sjtĕlte loope (Eys), op sjteͅltə lōpə (Eys), stelten: stelte (Eys) Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] || stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)] III-3-2